Handig voor klanten, waardevol voor u als adviseur
Het gebruik van brondata is handig voor uw klant. Maar hoe waardevol is het voor u als adviseur? En hoe zit het met de betrouwbaarheid van de data? Gert Vasse is Account Director bij Ockto en breekt een lans voor het gebruik van brondata. Onder advieskantoren merkt hij zowel enthousiasme als koudwatervrees. ‘Het laatste is nergens voor nodig’, zegt hij.
Hoe werkt het gebruik van Ockto?
‘De klant logt via de Ockto app in bij de Belastingdienst, MijnOverheid, DUO, het UWV en Mijnpensioenoverzicht.nl. Vervolgens kan hij of zij deze data eenvoudig met de adviseur delen. Door een koppeling met veel gebruikte advies- en CRM-systemen en geldverstrekkers kan de data vaak in 1 keer geïmporteerd worden.’
Wat betaal je als advieskantoor voor het gebruik van Ockto?
‘In het verleden hadden we een creditsysteem. Advieskantoren konden credits kopen en per keer werd er 1 credit afgeschreven. Hier is een abonnement voor in de plaats gekomen. Voor € 65 per maand kan een kantoor met 3 adviseurs van Ockto gebruik maken, voor een onbeperkt aantal klanten.
Wat zijn de voordelen voor de klant?
‘De klant hoeft niet in allerlei systemen gegevens op te zoeken voor de hypotheekaanvraag. 1 keer inloggen via DigiD is voldoende voor het aanleveren van alle data die bekend zijn bij aangesloten organisaties. De klant heeft baat bij efficiëntie in het acceptatieproces. Zeker in deze woningmarkt is snel helderheid over de financiering essentieel.’
Waarom zou je als adviseur gebruik maken van Ockto?
‘Snelheid en efficiëntie is ook het grootste voordeel voor de adviseur. De klant kan in 1 keer de nodige gegevens aanleveren, waarmee de adviseur ook tijd bespaart en zich op het daadwerkelijke advies kan richten. Het bespaart een adviseur al snel 40 minuten per hypotheekaanvraag. Bovendien wordt de data op een uniforme manier ontsloten, wat minder foutgevoelig is en sneller verwerkt kan worden bij de geldverstrekker.’
Er is veel te doen over fouten rond brondata: hoe betrouwbaar is het?
‘Recent zorgde de IBL-zaak voor de nodige onrust over het gebruik van brondata. Daarbij ging het niet zo zeer om foutieve informatie maar was volledigheid het probleem. Essentiële gegevens kwamen niet terecht op een PDF die vanuit het UWV werd gegenereerd. Uiteraard is dit door HDN, in overleg met UWV, gecorrigeerd. Daarnaast zijn de controles en procedures verder verbeterd.
De volledigheid is overigens ook bij specifieke gegevens een aandachtspunt. Zo kan bijvoorbeeld met brondata achterhaald worden of een klant gescheiden is of niet. Welke afspraken er precies rond alimentatie gemaakt zijn, is geen informatie die standaard voorhanden is. Daarnaast kunnen bepaalde gegevens verouderd zijn. Denk aan een spaarsaldo dat is toegenomen na de meest recente belastingaangifte.’
Moet er door de adviseur nog een datacheck plaatsvinden?
‘Het doornemen van de gegevens met de klant is altijd aan te raden. Met het gebruik van brondata is zeker 80% van het financiële plaatje in kaart gebracht. In een adviesgesprek is het belangrijk deze gegevens te verifiëren en waar nodig aan te vullen. Brondata geeft vooral een goed uitgangspunt maar ontslaat een adviseur niet van zijn verantwoordelijkheid.’
Wordt brondata al veel gebruikt?
‘Op dit moment wordt in 1 op de 10 situaties brondata gebruikt in het acceptatieproces. Er is voor ons dus nog een wereld te winnen. Veel advieskantoren wachten totdat het bij meer geldverstrekkers gemeengoed wordt. Aan die kant gaan de ontwikkelingen gestaag door, zo blijkt ook bij Centraal Beheer. Adviseurs doen er goed aan op tijd te beginnen om de aansluiting straks niet te missen.’
Wat zijn de volgende stappen op het gebied van brondata?
‘Het efficiënter maken van acceptatieprocessen gaat in fases, zoals bij veel vernieuwingen het geval is. Neem bijvoorbeeld autorijders. Ooit werd met een sceptische blik gekeken naar realtime navigatie in de auto. Nu kijkt niemand daar meer van op en is autonoom rijden het volgende grote doel. Ik zie bij geldverstrekkers en advieskantoren dat ze het gebruik van brondata ook in stappen implementeren.
De focus ligt nu nog vooral op het vervangen van een ‘papieren’ documentenstroom door brondata. Het uiteindelijke doel is wat mij betreft volledige interactie tussen systemen die de brondata leveren en die het verwerken. In die situatie krijg je als advieskantoor vrijwel direct een terugkoppeling, zonder dat er menselijke handelingen voor nodig zijn. En als een aanvraag in die situatie niet succesvol is, dan kijkt de acceptant alsnog samen met de adviseur naar de mogelijkheden. Om dit voor elkaar te krijgen moeten alle schakels in de markt hier klaar voor zijn. We zijn met alle ketenpartijen hard op weg om dit te bereiken.’
