Er bestaan veel misverstanden over zonnepanelen. Zo zouden zonnepanelen in de herfst en winter weinig zin hebben. En bij een hittegolf juist meer stroom opleveren. Wat is nu waar? Wij zetten het voor je op een rij.
Dit is deels waar. Als het dak op het zuidoosten of zuidwesten is gericht, is de opbrengst ongeveer 10 tot 15 procent minder. Ook dan zijn zonnepanelen nog steeds een zinvolle investering. Het plaatsen van zonnepanelen op de noordkant van een woning levert vaak te weinig op. Misschien is het platte dak van je schuur of garage dan een betere plek.
Dat is niet waar. We krijgen in Nederland voldoende zonlicht per jaar. Ook in de herfst en winter. Maar ongeveer 2/3e van de energie wordt opgewekt tussen april en september. De rest van de stroomopbrengst wordt opgewekt van oktober tot en met februari.
Geeft je energiemeter een lagere winst dan wat je afleest in de app van de leverancier? Dan klopt dat. De installaties in huis gebruiken namelijk direct de stroom die wordt opgewekt. Denk aan de koelkast, wasmachine of cv-ketel. De stroom die overblijft, wordt teruggeleverd aan het energienetwerk.
Je hebt niet meer opbrengst van je zonnepanelen als de zon fel is. Of bij een hoge temperatuur. Zonnepanelen brengen het meeste op tot een temperatuur van ongeveer 25 graden. Als het warmer wordt dan 25 graden neemt de opbrengst juist af.
Veel zonnepanelen worden in China gemaakt, vervolgens naar Europa gebracht en daar geïnstalleerd. Dus ja, dat is een flinke belasting voor het milieu. Het kost energie en zorgt voor CO2-uitstoot. Maar met berekeningen is bepaald dat het milieunadeel van productie, vervoer en installatie na 14 maanden goedgemaakt is. Daarna is het, afhankelijk van het aantal jaren dat je gebruik kunt maken van de zonnepanelen, alleen maar winst voor het milieu.
