Birò rijdt tegen poller in Amsterdam

Wie is er aansprakelijk voor de materiële- en emotionele schade?
30 okt 2024

De casus

Eiser reed op 24 november 2020 in een Birò op de Buiksloterweg in Amsterdam-Noord. Tijdens deze rit kwam zij frontaal in botsing met een verzinkbare paal, ook wel "poller" genoemd, die uit de grond omhoog kwam. Als gevolg hiervan sloeg haar Birò over de kop, wat leidde tot letselschade en aanzienlijke schade aan het voertuig. Eiser stelt de gemeente in hoger beroep opnieuw aansprakelijk voor haar ongeval. 

Poller in Amsterdam

Standpunt van de partijen:

Eiser
Eiser stelde dat de Gemeente Amsterdam onrechtmatig had gehandeld door een gevaarzettende situatie te creëren met de verzinkbare paal (poller). Ze beweerde dat de poller vaak uitgeschakeld of defect was, waardoor ze gewend was geraakt om zonder te stoppen door te rijden. Ze voerde ook aan dat het stoplicht bij de poller defect was op het moment van het ongeval, waardoor ze niet tijdig kon stoppen en tegen de poller aanreed. Ze eist een schadevergoeding van de gemeente voor de geleden materiële schade, medische kosten, en gederfde inkomsten.

Gemeente
De gemeente Amsterdam verdedigde zich door te stellen dat zij voldoende veiligheidsmaatregelen had genomen om de verkeerssituatie veilig te maken, te weten:

- Op ruime afstand voor de poller een verkeersbord (type RVV-J39) met daarop een gevarendriehoek en een afbeelding van een auto die op een poller is gebotst, met daaronder de tekst ‘beweegbare verkeerspaal’;

- Knipperende rode lichten op de poller zelf;

- Weg bij de poller is versmald met zwart/witte reflectiepaaltjes aan weerzijden van de weg;

- Witte markeringen op het asfalt.

De gemeente ontkende dat het stoplicht defect was en betoogde dat het systeem zo was ontworpen dat de poller niet omhoog kon komen als het stoplicht niet functioneert. De gemeente benadrukte dat de keuze voor een poller gerechtvaardigd was om het doorrijden fysiek onmogelijk te maken, met als doel om gevaarlijke situaties bij het aanmeren van veerboten te voorkomen.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank (in eerste aanleg, de kantonrechter) oordeelde dat de Gemeente Amsterdam voldoende veiligheidsmaatregelen had genomen om de verkeerssituatie veilig te maken. De kantonrechter vond dat de aanwezigheid van de verzinkbare paal (poller) geen gevaarzettende situatie creëerde en dat de gemeente niet onrechtmatig had gehandeld. Daarom wees de rechtbank de vordering van eiser tot schadevergoeding af (geen publicatie bekend van deze uitspraak). Eiser ging in hoger beroep. Zij is van oordeel dat de aanwezigheid van de poller een gevaarzettende situatie in het leven roept. De gemeente zou onrechtmatig gevaarzettend handelen met het in stand laten van de verkeerssituatie zoals hij ten tijde van het ongeval was en onvoldoende veiligheidsmaatregelen hebben genomen. 

Beoordeling in hoger beroep

Het hof stelde voorop dat op een wegbeheerder de plicht rust om de veiligheid van personen en zaken op de weg te waarborgen. De weg moet, gelet op het te verwachten gebruik, voldoen aan de eisen om gevaren te voorkomen. Bij het beoordelen of de weg gebrekkig is, moet gekeken worden naar de kans op verwezenlijking van het gevaar, de ernst van de gevolgen en de redelijkheid van de veiligheidsmaatregelen.

Het hof oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatige gevaarzetting door de gemeente. De gemeente had voldoende veiligheidsmaatregelen getroffen:

- Er waren waarschuwingsborden aanwezig met duidelijke signalering van de poller.

- De poller zelf was uitgerust met knipperende rode lichten.

- Er stond een klein stoplicht naast de poller dat, indien rood, weggebruikers duidelijk moest maken te stoppen.

- De weg was versmald en voorzien van reflectiepaaltjes en markeringen om weggebruikers te waarschuwen en te laten afremmen.

Het hof ging niet mee in de stelling van eiser dat het stoplicht defect was. Uit de ingebrachte bewijzen, zoals videobeelden en het logbestand van de poller, concludeerde het hof dat het stoplicht naar verwachting functioneerde. Er was ook onvoldoende bewijs dat de poller vaak defect was of uitgeschakeld, zoals eiser beweerde.