Twee dames zijn in gesprek met elkaar achter een bureau

Lagere startleeftijd voor pensioenregeling

Als werkgever moet je uiterlijk op 1 januari 2028 je pensioenregeling hebben aangepast aan de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Waar je nu al mee te maken krijgt, is de lagere toetredingsleeftijd voor pensioenopbouw. Wat betekent dit voor HR en wat moet je regelen?
2 jul 2024 4 minuten Centraal Beheer

Zo vroeg mogelijk pensioen opbouwen

Sinds 1 januari van dit jaar moet je medewerkers vanaf 18 jaar aanmelden voor deelname aan je pensioenregeling. Het gaat hierbij om een wettelijk verplichte toetredingsleeftijd. Achtergrond van deze wijziging is dat de overheid graag wil dat zoveel mogelijk werkenden zo vroeg mogelijk pensioen opbouwen. Eerder verschilde de toetredingsleeftijd per pensioenregeling, waarbij een maximum startleeftijd van 21 jaar gold.

Voor pensioenopbouw rekening houden met franchise

Voorwaarde voor pensioenopbouw is dat de werknemer (vanaf 18) meer verdient dan de franchise (2024: € 17.545,- bruto per jaar) op voltijdbasis. De franchise is het gedeelte van het loon waarover de werknemer geen pensioen opbouwt, omdat hij of zij later ook AOW van de overheid krijgt. Bij een deeltijdbaan wordt de franchise naar verhouding berekend.

Nabestaandenpensioen verzekerd via voorportaalregeling

Met de verlaging van de toetredingsleeftijd is de zogenoemde 'voorportaalregeling' van toepassing op werknemers onder de 18 jaar. Een dergelijke regeling houdt in dat het nabestaandenpensioen van werknemers onder de pensioentoetredingsleeftijd al wordt verzekerd. Dit gebeurt in het nieuwe pensioenstelsel alleen nog op risicobasis. Dat betekent dat er recht bestaat op een nabestaandenpensioen voor de nabestaanden van een werknemer zolang deze bij jou meedoet aan de pensioenregeling.

Het recht eindigt zodra de deelname stopt. In het bestaande pensioenstelsel kan ook sprake zijn van een verzekering van het nabestaandenpensioen op opbouwbasis. Hierbij blijft de waarde van het nabestaandenpensioen ook na het einde van het dienstverband bestaan. Door (de overgang naar) het nieuwe pensioenstelsel zal voor de jonge deelnemers onder de 18 jaar alleen de opbouw van nabestaandenpensioen op risicobasis nog een optie zijn. Niet iedere pensioenregeling kent een voorportaalregeling. Geldt deze wel in jouw regeling, dan is het belangrijk om ook werknemers onder de 18 jaar aan te melden bij de pensioenuitvoerder.

Leeftijdsafhankelijke pensioenpremie gelijk aan premiepercentage

Kent je pensioenregeling een leeftijdsafhankelijke pensioenpremie? Dan mag het percentage van de pensioenpremie voor werknemers vanaf 18 jaar gelijk zijn aan het vroegere premiepercentage van deelnemers van 21 jaar. De pensioenuitvoerder mag ook een ander premiepercentage hanteren. De Belastingdienst heeft aangegeven dat het onder voorwaarden is toegestaan om het premiepercentage voor de leeftijdscategorie 20 tot en met 24 jaar te hanteren voor werknemers van 18 en 19 jaar.

Pensioenpremie bepaalt het pensioenbudget

Meestal betalen de werkgever en de werknemer allebei een deel van de pensioenpremie (‘werkgeversdeel’ en ‘werknemersdeel’). Het komt soms voor dat de werkgever of de werknemer de hele premie betaalt. Houd er rekening mee dat je als je (een deel van) de premie betaalt, je in totaal meer betaalt sinds 1 januari 2024. Je draagt namelijk voortaan ook premie af voor werknemers tussen 18 en 21 jaar. Mocht je het totale pensioenbudget gelijk willen houden, dan kan je per werknemer minder geld besteden aan pensioen.

Door pensioenpremie een lager nettosalaris voor werknemers vanaf 18 jaar

Door de verplichte verlaging van de toetredingsleeftijd gaan werknemers vanaf 18 jaar ook pensioenpremie betalen, tenminste als sprake is van een werknemersdeel. Ze krijgen daardoor een lager nettosalaris. Dit maakt het extra belangrijk om aan deze werknemers uit te leggen dat ze er wel wat voor terug krijgen, namelijk een goed pensioen.

Van huidige doorsneepremie naar vlakke premie

In de meeste huidige pensioenregelingen geldt een doorsneepremie waarbij elke werknemer ongeacht de leeftijd hetzelfde percentage aan pensioenpremie betaalt. De pensioenopbouw is daarbij ook voor iedere werknemer gelijk. Hierdoor betalen jongere werknemers relatief veel premie. Bij pensioenregelingen die voldoen aan de nieuwe wet- en regelgeving van de Wtp is dit anders. Hierbij geldt een vlakke premie, waarbij iedere deelnemer wel hetzelfde percentage aan pensioenpremie betaalt, maar waarbij jongere deelnemers een hogere pensioenopbouw hebben dan oudere.

Overgangsrecht vlakke premie

Kent je organisatie momenteel een beschikbare premieregeling met een stijgende premie naar leeftijd, dan kan je gebruikmaken van overgangsrecht. Dat houdt in dat alleen werknemers die vanaf 1 januari 2028 bij je in dienst treden een vlakke premie gaan betalen. Vanaf 1 januari 2028 geldt de overgangsregeling alleen nog voor bestaande medewerkers. Nieuwe medewerkers kunnen dan niet meer deelnemen.

Begin op tijd met een transitieplan voor de pensioenregeling

Samen met de pensioenuitvoerder zal je als werkgever je pensioenregeling aan de Wtp moeten aanpassen. Dit moet zorgvuldig gebeuren. Net als voor de pensioenuitvoerder geldt hierbij voor jou een wettelijke plicht om een transitieplan op te (laten) stellen. Daarin staan alle keuzes, overwegingen en berekeningen bij de transitie van de pensioenregeling. Het is verstandig om hier op tijd mee te beginnen.

Ondernemerspensioenfondsen moeten samen met Bedrijfspensioenfondsen een transitieplan op 1 januari 2025 opleveren. Met de werknemersvertegenwoordiging (vakbond en/of ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging (PVT)) bepaal je de inhoud van dit plan. Werkgevers die de pensioenregeling bij een PPI of verzekeraar hebben, krijgen tot 1 oktober 2026 de tijd om het transitieplan te maken. 

We zien dat het arbeidsongeschiktheidsrisico nauwelijks aandacht krijgt bij het vaststellen en aanpassen van de pensioenregeling binnen de nieuwe Wtp. Werkgevers kunnen dit risico buiten de nieuwe pensioenregeling houden.
Lidia van Disseldorp - Methorst
Service expert Lidia

Betrek de OR of personeelsvertegenwoordiging bij de pensioenregeling

Als je organisatie een ondernemingsraad (OR) kent, dan heeft deze instemmingsrecht bij veranderingen van de pensioenregeling. Is er sprake van een PVT? Dan heeft deze adviesrecht bij veranderingen in de arbeidsvoorwaarden van minstens 1/4e van de in de onderneming werkzame personen. Dat is bij pensioenen altijd het geval. Overleg op tijd met de OR of PVT over aanpassingen van de pensioenregeling.

Vertel je werknemers over de lagere toetredingsleeftijd

Zorg dat je arbeidsvoorwaarden, arbeidscontracten, personeelshandboek en webpagina’s zijn aangepast aan de verplichte toetredingsleeftijd van 18 jaar voor het opbouwen van pensioen. Let er verder op dat je werknemers onder de 18 op tijd informeert over hun deelname aan de pensioenregeling en de voorportaalregeling als die geldt. Zo weten ze wat het belang ervan is en wat ze kunnen verwachten. Er is ook een aanvullende overeenkomst voor medewerkers tussen de 18 en 21 jaar nodig om aanspraak te kunnen maken op pensioenopbouw.

Vervolg Wet toekomst pensioenen

De Wet toekomst pensioenen is goedgekeurd door het parlement. Het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet zegt er niets over. Dat betekent dat de verdere invoering van de Wtp wordt overgelaten aan de politieke verhoudingen in het parlement. Een nieuwe minister voor sociale zekerheid zal doorgaan met het invoeren van de pensioenwet, zolang het parlement hier niet anders over gaat stemmen.

Wist je dat de Pensioenwet al sinds 1 januari 2007 bestaat?

Op 1 januari 2007 is de Pensioenwet van kracht geworden. Een aantal nieuwe begrippen werd ingevoerd, zoals de pensioenovereenkomst (tussen werkgever en werknemer), de uitvoeringsovereenkomst (tussen werkgever en pensioenfonds) en de startbrief. De werknemer krijgt vanaf dat moment recht op goede voorlichting. Vanaf 1 januari 2009 zijn pensioenfondsen en verzekeraars verplicht om werknemers en gepensioneerden te informeren in hoeverre pensioenaanspraken of -rechten meegroeien met de gestegen prijzen. Deze verplichting geldt alleen voor uitkeringsovereenkomsten (een pensioenregeling waarbij de uitkering op de pensioendatum vaststaat). Meer weten over de Wet toekomst pensioenen?
Bron Centraal Beheer
Adviseur Inkomen
Met de kennis van Lidia van Disseldorp - Methorst
Adviseur Inkomensverzekeringen
Dagelijks help ik werkgevers om een passende oplossing te vinden voor de risico's rondom verzuim en arbeidsongeschiktheid. Dat doe ik met veel plezier en passie.