Vrouw in kinderopvang met kinderen om haar heen. Ze kijkt naar jongen met blokje.

Regelingen voor de zorg voor kinderen op een rij

Dit jaar krijgen ouders hogere vergoedingen voor hun kosten bij de zorg voor hun kinderen. Het gaat hier om de kinderopvangtoeslag, kinderbijslag en het kindgebonden budget. Wat betekenen de verhogingen? En wat moeten HR én ouders weten? Een overzicht.
5 jun 2024 6 minuten

Vergoeding kinderopvangtoeslag door Belastingdienst

De kinderopvangtoeslag is een bijdrage in de kosten die werkende ouders maken voor de opvang van hun kind(eren). Voor ieder kind moeten ze apart toeslag aanvragen bij de Belastingdienst. De ouders betalen de kosten van de kinderopvang aan de opvanglocatie waar hun kind naartoe gaat. De Belastingdienst vergoedt hiervan als kinderopvangtoeslag een percentage dat afhankelijk is van de situatie.
Bij de berekening van de kinderopvangtoeslag gebruikt de Belastingdienst een maximumuurprijs per soort opvang: kinderdagverblijf, de buitenschoolse opvang of gastouderopvang. Wat de ouder daarboven betaalt, telt niet mee voor de kinderopvangtoeslag. Is het tarief voor kinderopvang lager dan de maximumprijs per uur, dan krijgt de ouder de kinderopvangtoeslag over dat goedkopere uurtarief. Kinderopvangcentra mogen zelf hun uurtarieven bepalen, waardoor de kosten per kinderopvangcentrum flink kunnen verschillen. Het moet om een erkende kinderopvanglocatie gaan die in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) staat.
De maximumuurprijzen voor de kinderopvang zijn in 2024 extra gestegen met 2,95% bovenop de gebruikelijke verhoging van ongeveer 6%. Dit heeft geleid tot een maximumuurprijs voor de dagopvang van  € 10,25, voor de buitenschoolse opvang van € 9,12 en voor de gastouderopvang van € 7,53.
Ouders die in 2024 een ‘gezamenlijk toetsinkomen’ van € 28.297,- of minder hebben, krijgen 96% van de kosten voor kinderopvang per kind vergoed. Voor inkomens vanaf € 28.298,- gelden naar hoogte van het inkomen steeds lagere percentages. De kinderopvangkosten die overblijven (bijvoorbeeld 4% voor de inkomensgroep onder € 28.297,-), betalen de ouders zelf als eigen bijdrage.
Hoeveel kinderopvangtoeslag een ouder in 2024 krijgt, hangt af van het inkomen, de toeslagpartner en het aantal uren dat het kind naar de opvang gaat. Per kind kan een ouder voor maximaal 2760 uur per jaar kinderopvangtoeslag krijgen (maximaal 230 uur per maand). De hoogte van de kinderopvangtoeslag is inkomensafhankelijk. Sinds 1 januari 2023 hangt die hoogte niet meer af van het aantal gewerkte uren per maand. Iedereen die werkt, kan maximaal 230 uur per kind per maand vergoed krijgen. Als een ouder in 2024 minder dan 230 uur per maand het kind naar de opvang brengt, dan mag de ouder de uren die hij of zij overhoudt nog het hele jaar opmaken. Dat geldt ook als hij niet meer werkt of studeert.
Naast werknemers komen ook zzp’ers in aanmerking voor kinderopvangtoeslag en mensen met een onderneming of iemand die meewerkt in de zaak van de partner. Datzelfde geldt voor ouders die een erkende opleiding volgen: een reguliere middelbare school, mbo, hbo, universiteit, volwassenonderwijs op het ROC of het Vavo (volwassenonderwijs) en sommige particuliere opleidingen. Ook personen die een traject volgen naar werk (vaak een re-integratietraject via UWV of de oude werkgever) kunnen aanspraak maken op de kinderopvangtoeslag. Verder heeft iemand met een permanente indicatie vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) er recht op als de andere ouder werkt of een traject naar werk volgt. Tot slot kunnen mensen die een verplichte inburgeringscursus bij een gecertificeerde instelling volgen een beroep doen op kinderopvangtoeslag.
De Wet kinderopvang geeft aan dat ouders, werkgevers en de overheid samen de kosten voor kinderopvang betalen. Als werkgever draag je een inkomensonafhankelijke bijdrage af aan de Belastingdienst, die 1/6e deel is van de totale kinderopvangtoeslag per ouder. Het gaat om een uniforme opslag kinderopvang (Aof) van 0,5% van het salaris. De Belastingdienst keert dit aan de ouders uit als onderdeel van de kinderopvangtoeslag.
Het demissionaire kabinet Rutte IV is door de toeslagenaffaire van plan de kinderopvangtoeslag af te schaffen. Het is nog maar de vraag of een nieuw kabinet doorgaat met dit plan door de complexiteit en de kosten van het afschaffen van deze toeslag en het hele toeslagenstelsel.

Extra wettelijke kwaliteitseisen gastouderopvang

Door de huidige grote verschillen in de kwaliteit van gastouderopvang wil het demissionaire kabinet Rutte IV extra wettelijke kwaliteitseisen vastleggen. Het gaat onder andere over het opnemen van 4 pedagogische basisdoelen in de wet, een plicht om permanent te werken aan de ontwikkeling van kinderen en jaarlijkse coaching voor elke gastouder. Het wetsvoorstel hiervoor heeft het kabinet begin maart 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd. Ter ondersteuning van gastouders bij het voldoen aan de nieuwe maatregelen gaat de maximumuurprijs voor gastouderopvang in 2025 met € 0,21 omhoog.

Recht op kinderbijslag

Iedereen met kinderen onder de 18 jaar heeft in principe recht op kinderbijslag. Ouders krijgen de kinderbijslag per kwartaal. Hoeveel ze ontvangen, hangt af van de leeftijd van het kind. In 2024 is de kinderbijslag extra omhoog gegaan om de koopkracht van mensen te verbeteren. Deze extra verhoging is € 15,07 per kwartaal voor de leeftijdsgroep 0 tot en met 5 jaar (totaalbedrag € 279,49) en € 18,30 voor kinderen van 6 tot en met 11 jaar (totaalbedrag € 339,38). De stijging van de kinderbijslag voor kinderen van 12 tot en met 17 jaar bedraagt € 21,53 (totaalbedrag per kwartaal: € 399,27). Deze extra’s komen bovenop de normale indexatie op basis van de prijsontwikkeling per 1 januari en 1 juli.
Op 12 maart 2024 ging de Eerste Kamer akkoord met het wetsvoorstel ‘Vereenvoudiging verkrijgen dubbele kinderbijslag bij intensieve zorgbehoefte’. De ouders van een kind dat vanaf 1 juli 2024 een Wet langdurige zorg (Wlz)-indicatie krijgt en aan de voorwaarden voldoet, krijgen vanzelf dubbele kinderbijslag. Ook kunnen ouders dubbele kinderbijslag met maximaal een half jaar terugwerkende kracht ontvangen. Ouders met een thuiswonend kind dat intensieve zorg nodig heeft, kunnen dubbele kinderbijslag krijgen als het kind 3 jaar of ouder is, maar nog geen 18 jaar. Zij geven hun kind extra zorg en maken meer kosten. De dubbele kinderbijslag ondersteunt hen daarbij.

Een bijdrage in de kosten

Het kindgebonden budget (kgb) is een bijdrage in de kosten voor kinderen tot 18 jaar. Bij recht op kindgebonden budget krijgen de ouders meestal vanzelf bericht van de Belastingdienst. Als ze geen bericht ontvangen en denken er wel recht op te hebben, dan kunnen de ouders het kgb zelf aanvragen bij de Belastingdienst via ‘Mijn Toeslagen’. Het kgb bestaat uit 2 delen, namelijk het basisdeel en het deel voor de alleenstaande ouder. Dit laatste heet de ouderkop. De ouderkop van het kindgebonden budget is in 2024 maximaal € 3480,- per jaar. De hoogte van het kindgebonden budget hangt af van het inkomen, gezinssamenstelling en de leeftijd van het kind(eren).
Ouders kunnen aanspraak maken op het kindgebonden budget als hun kinderen jonger zijn dan 18 jaar, ze kinderbijslag voor hen ontvangen, onder een bepaalde inkomensgrens zitten en in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfsvergunning. Voor het gezamenlijk vermogen geldt een grens van € 177.301,-. Alleenstaanden hebben te maken met een vermogensgrens van € 140.213,-.
Het kindgebonden budget is ook extra omhoog gegaan in 2024. Voor het 1e kind neemt het maximumbedrag per jaar met € 783,- toe en voor het 2e en volgende kind jaarlijks met maximaal € 904,-. Het bedrag stijgt voor kinderen van 12 tot 15 jaar met € 427,- per jaar en voor kinderen van 16 en 17 jaar met maximaal € 448,-. Het extra kindgebonden budget voor alleenstaande ouders (de zogeheten ‘alleenstaandeouderkop’) gaat met € 368,- per jaar omlaag. Achtergrond van de verlaging is dat alleenstaande ouders met 1 of 2 kinderen meestal goed rond kunnen komen. Door de verhoging van de andere bedragen gaat de alleenstaande ouder er niet op achteruit.

Bied ondersteuning aan werkende ouders

Bied werkende ouders ondersteuning bij de zorg voor hun kinderen als aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarde en om zo bij te dragen aan een evenwichtige werk-privébalans. Help ze bij het vinden van een goede, niet te dure kinderopvang, maak flexibele werktijden mogelijk en geef werknemers de gelegenheid deels thuis te werken.
Bron Centraal Beheer