Het verschil tussen stop-loss en conventioneel in het kort
Bij een ziekteverzuimverzekering met een conventionele dekking bepaalt u zelf hoeveel procent van het loon van een zieke medewerker wordt vergoed. Veelal ligt dit tussen de 70 – 100%. Deze vergoeding krijgt u na een eigen risicoperiode van bijvoorbeeld 2 of 6 weken. Andere periodes zijn ook mogelijk. Bij een stop-loss verzekering betaalt u zelf een deel van de verzuimkosten. Dit heet het eigen behoud. Betaalt u in een jaar meer ziekengeld dan het eigen behoud? Dan betaalt de verzekeraar het verschil.
Een conventioneel verzuimverzekering beschermt u tegen loondoorbetaling
Met een conventionele verzuimverzekering weet u vooraf hoeveel risico u zelf draagt per ziekmelding. Omdat u zelf uw eigen risicoperiode bepaalt. En wilt u hulp bij de wettelijke verplichtingen rondom verzuim en re-integratie? Kies dan voor een verzuimverzekering met arbodienstverlening. U hoeft dan maar op 1 adres een ziekmelding door te geven. De verzekeraar helpt u dan verder met het nakomen van de re-integratie en wettelijke verplichtingen.
Een stop-loss verzekering beschermt u tegen onverwacht hoge verzuimkoste
Heeft u voldoende geld om de verzuimkosten van uw medewerkers door te betalen? Maar wilt u wel graag onverwacht hoge kosten voorkomen? Een verzuimverzekering met een eigen risico in geld in plaats van tijd kan dan een juiste keuze zijn. Dit heet een stop-loss verzuimverzekering. Met deze verzekering weet u elk jaar precies wat u zelf maximaal betaalt voor uw zieke medewerkers. Een stop-loss verzekering is mogelijk vanaf 25 medewerkers.